Nieuwsbrief Januari 2017

Wikis > NBKB Nieuwsbrieven > Nieuwsbrieven 2017 > Nieuwsbrief Januari 2017

 

  • Bekendmaking van de Minister van Infrastructuur en Milieu

Op van 22 september 2016, heeft het Ministerie on nr. IENM/BSK-IENM/BSK-2016/178816, aan de Rijnscheepvaart nr. 1/2016
(Bekendmaking aan de Rijnscheepvaart nr. 1/2016) met betrekking tot de volgende items e.e.a. bekendgemaakt (Bijlage 1):
– inzinkingsmerken;
– vrij uitzicht voor de boeg;
– stabiliteit van het schip;
– stabiliteit van schepen die containers vervoeren en
– het hoogst toegestane aantal passagiers aan boord van een snel schip.

  • Voorlopige certificaten

Er worden door NBKB inspecteurs wel eens meerdere voorlopige certificaten afgegeven op één dag, of binnen een zeer korte tijd. Er is een hardnekkig gerucht dat voorlopige certificaten die op één dag of binnen zeer korte tijd worden geprint, niet door ILT worden doorberekend. Dit is echter niet juist. Wij krijgen voor alle certificaten die zijn geprint een nota van ILT. Wij willen graag de oorzaak weten wanneer er nieuwe voorlopige worden afgegeven. Wanneer er niets bekend is, zijn wij helaas genoodzaakt om de gemaakte kosten aan de inspecteur te berekenen, omdat wij deze nota niet aan de scheepseigenaar kunnen zenden.

  • BBQ’s aan boord van passagiersschepen

Het NBKB heeft het volgende van ILT vernomen.
De vloeibaargasinstallatie voor verwarmings-, kook- en koelinstallaties die werken op gas moeten voldoen aan hoofdstuk 14 (artikel 13.01 lid 1) met uitzondering van passagiersschepen. Voor passagiersschepen geldt op basis van artikel 15.01, lid 2e, dat vloeibaargasinstallaties zoals bedoeld in hoofdstuk 14 verboden zijn. Dit verbod geldt echter niet voor passagiersschepen met een lengte ≤ 45 m, indien dit voldoet aan de onder artikel 15.15, lid 9, XC genoemde voorwaarden.

De opmerking betreft echter BBQ’s die aan boord van schepen worden gebruikt. Hierop zijn de hieronder vermelde opmerkingen van toepassing. De interpretatie van ILT is dat vloeibaargasinstallaties alleen in specifieke ruimtes geplaatst mogen worden en de toestellen vast moeten zijn opgesteld en geïnstalleerd. Het gebruik van een (vaste geïnstalleerde) BBQ in een verblijf, keuken of kombuis is dan toegestaan tenzij artikel 15.01, lid 2e, van toepassing is.

Het gebruik van verplaatsbare BBQ’s aan dek valt niet binnen de voorschriften en is dan ook niet toegestaan. De voorschriften waar ILT op doelt zijn:
– Artikel 14.02 lid 1, vloeibaargasinstallaties moeten in al hun onderdelen geschikt zijn voor het gebruik van propaan en deugdelijk zijn uitgevoerd en opgesteld.
– Artikel 14.02 lid 2, vloeibaargasinstallaties mogen slechts worden gebruikt voor huishoudelijke doeleinden in de verblijven en in het stuurhuis, alsmede voor overeenkomstige doeleinden op passagiersschepen.
– Artikel 14.10 lid 1, er mogen slechts gebruiksapparaten worden geïnstalleerd die in één van de Oeverstaten of België voor propaan zijn toegelaten.
– Artikel 14.10 lid 2, elk gebruiksapparaat moet zodanig zijn opgesteld en aangesloten dat het niet kan omvallen of onopzettelijk verschuiven en dat onopzettelijk losraken van de aansluitleidingen niet mogelijk is.

De hieronder bijgevoegde lijst met gebruiksapparaten (BBQ’s) hebben wij aangetroffen op een keuringsrapport van een erkende gasinstallateur. Dit kan dus niet en moet worden afgekeurd.

Het NBKB heeft er bij de ILT op aangedrongen dat zij de erkende deskundigen overeenkomstig bovenstaande informeert.

  • Berekening volume 100 m3

Algemene richtlijn
Deze richtlijn is overeenkomstig bijlage II, artikel 1.01, op de volgende vaartuigen van toepassing:

  1. a) vaartuigen met een lengte (L) van 20 m of meer;
  2. b) vaartuigen waarvan het volume, berekend uit het product lengte (L) x breedte (B) x diepte (D), 100 m3 of meer bedraagt (geen Cb of waterverplaatsing uit de meetbrief).

Hierbij zijn de afmetingen volgende de definities:

  • “lengte (L)”: de grootste lengte van de scheepsromp in m, het roer en de boegspriet niet inbegrepen;
  • “breedte (B)”: de grootste breedte van de scheepsromp in m, gemeten op de buitenkant van de huidbeplating (schoepraderen, schuurlijsten en dergelijke niet inbegrepen);
  • “diepgang (T)”: de verticale afstand van het laagste punt van de scheepsromp aan de

onderkant van de bodembeplating zonder rekening te houden met de kiel of andere vaste onderdelen en het vlak van de grootste inzinking van de scheepsromp (letter D is echter een vertaalfout).

  • (Koppel) Pontons

Wat houdt de wettelijke regeling certificering drijvende werktuigen in?

Onder invloed van Rijnvaartregelgeving is het begrip ‘binnenvaart’ in de huidige Binnenvaartwet van 2009 verruimd. Kort gezegd valt het kleinschalige baggermaterieel nu onder de wettelijke definitie ‘drijvend werktuig’. Een ‘drijvende werktuig’ wordt aangemerkt als een binnenschip zonder ondergrens van afmetingen en/of waterverplaatsing. Dit heeft tot gevolg dat al het kleinschalig materieel dat niet eerder geregistreerd hoefde te worden nu certificaatplichtig is. Op grond van geldende wetgeving dient ieder drijvende werktuig vóór 2019 gekeurd en gecertificeerd te worden. Met andere woorden: voor 2019 dient ieder drijvend werktuig te beschikken over een Certificaat van Onderzoek.

Welk materieel is certificaatplichtig?

Alle drijvende werktuigen zijn certificaatplichtig. Kort gezegd: al het kleinschalige materieel dat voorheen niet geregistreerd/gecertificeerd hoefde te worden. Onder de Binnenvaartwet wordt onder een ‘drijvend werktuig’ verstaan: een drijvend bouwsel waarop zich werkinstallaties bevinden, zoals grind- of zandzuigers, baggermolens, hei-installaties, kranen en elevatoren. De wettelijke definitie van drijvend werktuig is in de Binnenvaartwet opgenomen als bijzondere categorie binnenschip zonder hierbij een ondergrens te stellen aan afmetingen en/of waterverplaatsing. Ook drijvende werktuigen <20 meter zoals een maaibootje van 4,5 meter, een multicat, een cutter (6-12 duims), een schuifboot en koppelpontons gebruikt in samenstellen.

Drijvende werktuigen gebouwd na 1-7-2009 (nieuwbouw) zijn al certificaatplichtig en dienen te beschikken over een Certificaat van Onderzoek. Met andere woorden: nieuwbouw dient sinds 2009 te voldoen aan de technische vereisten en aan de overgangsbepalingen.

Drijvende werktuigen gebouwd vóór 1-7-2009 en waarvan de kiel is gelegd vóór 30-12-2008 (bestaande vloot) dienen per 30-12-2018 te zijn gecertificeerd. Met andere woorden: de bestaande vloot heeft tot 2019 de tijd om gekeurd en gecertificeerd te worden.

Zijn pontons ook certificaatplichtig?

Pontons <20 meter zijn uitgezonderd van de certificeringsplicht. Probleem hierbij is dat de Waterbouwers geen kale pontons gebruiken. Zodra er een (werk)installatie op een ponton staat, valt het materieel onder de definitie van ‘drijvend werktuig’ en dus onder de certificeringsplicht.

Hoe zit het met koppelpontons die worden gebruikt in samenstellen?

Op grond van de wettelijke regeling dient er voor ieder samenstel een Certificaat van Onderzoek worden verkregen. Zodra de samenstelling wijzigt en/of er worden andere installaties aan boord gezet, is er sprake van een nieuw schip en dient er opnieuw gecertificeerd te worden.

Voor welke wateren geldt de certificeringsplicht?

A: De certificeringsplicht voor drijvende werktuigen geldt voor alle Nederlandse binnenwateren (Zone 2 t/m 4) exclusief zand- en grindgaten.

Inspectieverklaring koppelpontons

Voor de goede orde verwijzen wij ook nog even naar de informatie welke onlangs toezonden over de NBKB inspectieverklaring waarover wij aan de markt een persbericht verzonden.

  • Controle zeildoekoverkapping op open rondvaartboten door ILT

De ILT heeft geconstateerd dat steeds meer open rondvaartboten het seizoen verlengen. Reders bieden hun passagiers comfort door bij regen of kou de open rondvaartboot te overkappen, vaak met een zeildoek.

De specifieke eisen waaraan dit doek moet voldoen, zijn echter onvoldoende bekend bij eigenaars en schippers. Het zeildoek moet moeilijk ontvlambaar zijn zodat bij brand het vuur zich niet razendsnel via het tentdoek kan verspreiden.

De inspectie zal daarom dit jaar bij de controle van een open rondvaartboot extra letten op tijdelijke overkappingen. Zij vraagt om bewijs dat deze moeilijk ontvlambaar zijn. Daarnaast vraagt de ILT de keuringsinstellingen van schepen om expliciet aandacht aan het zeildoek te besteden tijdens de keuring.

Als andere typen passagiersschepen delen willen overkappen met doek, gelden dezelfde eisen. Ook voor het overkappen van bijvoorbeeld een zonnedek geldt dat het gebruikte zeildoek moeilijk ontvlambaar moet zijn.

Materiaal is moeilijk ontvlambaar indien op zijn minst oppervlakken ervan het uitbreiden van een brand beperken. De kwalificatie ‘moeilijk ontvlambaar’ wordt gegeven na een testprocedure. Leveranciers van zeildoek zijn hiermee bekend. Zij kunnen een bewijs afgeven dat het doek moeilijk ontvlambaar is

 

Scheepsbouw____________________________________________________________________                                                                                                                                          

  • Golfbuigmoment ten gevolge van significante golfhoogte

De GERC (Groep van erkende Europese classificatiebureaus) heeft de gemeenschappelijke definitie voor de “significante golfhoogte” en de gemeenschappelijke waarden voor het “golfbuigmoment van de scheepsromp” aangenomen voor vaartuigen die de binnenwateren van de zones 1 en 2 in het toepassingsgebied van de Europese richtlijn 2006/87/EG bevaren.

Deze gemeenschappelijke benadering voor het golfbuigmoment beoogt de vereenvoudiging van de harmonisatie van de verschillende aanvullende nationale technische voorschriften inzake de “versterking van de structuur” die toegepast moeten worden op vaartuigen die de binnenwateren van de zones 1 en 2 bevaren (zie bijlage III van richtlijn 2006/87/EG – “Gebieden waarop aanvullende technische voorschriften voor vaartuigen op de binnenwateren van de zones 1 en 2 mogelijk zijn” – punt 2).

Deze gemeenschappelijke benadering voor het “golfbuigmoment ten gevolge van significante golfhoogte” wordt in de bijlage 2 opgevoerd.

 

 

Werktuigbouw________________________________________________________________________________________________________________________________

  • Oxyhydrogen

Naar aanleiding van een langlopende uitstaande met betrekking tot een normenkader voor waterstof-zuurstof systemen, heeft ILT een bijeenkomst georganiseerd om de voorgestelde verbeteringen te bespreken. Tijdens deze bijeenkomst is overeenstemming bereikt over de wijzigingen die nog doorgevoerd moesten worden en ILT heeft het normenkader overeenkomstig aangepast. De definitieve versie van het normenkader staat in bijlage 3. Het verzoek aan allen is deze standaard te gebruiken bij het beoordelen van waterstof-zuurstof systemen en, voor zover van toepassing, ontheffingsverzoeken aan ILT te baseren op dit normenkader.

  • Schroefasspeling voor vetgesmeerde schroefassen

De Technische Commissie heeft vastgesteld dat de formule, zoals we die kennen voor kleine diameters, wel een heel groot speling oplevert. Dit komt omdat de ondergrens bij 1,4mm ligt, als de schroefasdiameter 0 is.

De formule is nu als volgt; speling is kleiner of gelijk aan 0,015 x D + 0,015 (mm). Voor een schroefas van 30 mm geeft dit 0,95 mm, terwijl de oude formule een speling van 1,65 mm geeft.

Alle wijzigingen zijn doorgevoerd in het programma “Plaat” en zijn te downloaden via onderstaande link:

Theo Molkenboer heeft alle Programma’s geupdate m.b.t. de help bestanden opdat deze in alle versies van Windows nu te gebruiken zijn.

Het volgende is hierbij belangrijk:

Het is nodig om de helpbestanden in de map “delprog help” direct onder de map waarin de rekenprogrammatuur staat te plaatsen. Anders kan het programma het helpbestand niet vinden.

Vergeet niet om ook de helpbestanden te vernieuwen. De bestanden met de extensie .hlp kunt je beter weggooien, deze werken niet meer.

 

Electrotechnisch______________________________________________________________________________________________________________________________

 

  • Wanneer een E-inspectie aan boord?

Tijdens het laatste Technisch overleg is er besproken wanneer er een inspectie door een E-expert moet plaatsvinden. De eisen opgesteld voor het NBKB staan in bijgevoegd document bijlage 4. We zijn verder aan het bekijken of het NBKB bedrijven kan erkennen om eventueel eenvoudige elektrotechnische inspecties uit te voeren namens het NBKB. Indien hier ontwikkelingen over zijn zullen jullie hierover worden geïnformeerd.

 

Gevaarlijke stoffen_____________________________________________________________________________________________________________________________

  • Ramen in opbouwen en woonruimten

Bij tankschepen moet t.a.v. de ramen naast de eisen in artikel 9.3.2.17 ook rekening worden gehouden met de eisen zoals genoemd in artikel 9.3.3.52.3. en dan specifiek 9.3.3.52.3 b) iv) 1. Bij het ontwerp van de accommodatie met men al rekening houden met de uitvoering van de elektrische inrichting en een eventuele overdrukinstallatie. Het is wel toegestaan om een nooduitgang te maken in de accommodatie. Het is niet toegestaan om alle ramen uit te voeren als nooduitgang. Dit moet tot een minimum beperkt blijven, maar wel voldoende voor de veiligheid van de opvarenden.