In de rechtskaders van de CCR en de EU is vastgelegd dat in naar behoren gemotiveerde gevallen mag worden afgeweken van de technische voorschriften van ES-TRIN:
– om innovatie en het gebruik van nieuwe technologieën in de binnenvaart te bevorderen;
– als deze technische voorschriften technisch moeilijk uitvoerbaar zijn of de toepassing ervan onevenredig hoge kosten met zich mee zou brengen (hardheidsclausule).
In beide gevallen kan de scheepseigenaar bij de bevoegde nationale instantie een verzoek tot afwijking van de bepalingen van de technische standaard ES-TRIN indienen. De bevoegde autoriteit onderzoekt het verzoek en beslist, samen met de scheepseigenaar, of het vaartuig een certificaat van onderzoek of een Uniecertificaat moet krijgen. In functie van deze beslissing dient de desbetreffende lidstaat bij de CCR of bij het Comité CESNI een verzoek in om af te mogen wijken van de ES-TRIN. De ontheffing wordt voor een specifiek vaartuig afgegeven door de Commissie van deskundigen op basis van hetzij:
– een uitvoeringshandeling van de Europese Commissie (EC) na stellingname van het Comité CESNI, of
– een aanbeveling van de CCR.
Voor nadere informatie verwijzen wij naar het “Informatieblad over procedure voor ontheffingen en gelijkwaardigheden van de Technische Voorschriften van ES-TRIN voor specifieke vaartuigen” van CESNI.
Indien een vaartuig uitsluitend Nederlandse wateren bevaart, kan een ontheffing bij ILT worden aangevraagd.
De ontheffingsaanvraag dient via een keuringsinstantie te worden aangevraagd. De inspecteur kan u verder informeren over de procedures hieromtrent en de aanvraag voor een ontheffing samen met u opmaken.
ILT bepaalt op basis van de in de aanvraag vermelde argumentering en aanvraaggronden of de ontheffing zal worden afgegeven.